Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], [96]Het overblijfsel [97]zal wederkeren, [98]het overblijfsel van Jakob, tot den sterken God! 96. Dat is, de overgeblevenen. Hebreeuws, Schear Jaschub, ziende op den naam, dien de profeet zijnen zoon gegeven heeft, uit het bevel Gods, boven hfdst.7 vs.3; zie de aantekening aldaar. En versta hier door de overgeblevenen de uitverkorenen Gods onder de Joden, die God uit den algemenen ondergang gered had, en die met waar geloof op God vertrouwden en volstandig bleven. 97. Of, bekeerd worden, namelijk tot den sterken God. 98. Als straks.